|
||||||||
|
"When The Levee Breaks" is een eerbetoon aan de songs van Memphis Minnie (1897-1973), liedjes die Minnie zelf schreef, dus alles wat ze uitbracht tussen 1929 en 1953, en dit gebracht door de 'Queen of Avant Soul', Candice Ivory. Ik heb al een twintig jaar het album "Me and My Chauffeur Blues" van Memphis Minnie in mijn collectie. De titeltrack is zelfs opgenomen door Jefferson Airplane op hun debuutalbum, "Jefferson Airplane Takes Off". Ik vond het een ongelofelijk fascinerende plaat en ontdekte dan ook later haar tijdloze platen. Met recht en reden was Memphis Minnie dan ook voor mij één van de meest invloedrijke en populaire bluesartiesten van de jaren '30 en '40. Memphis Minnie werd geboren op 3 juni 1897, in de staat Mississippi. Toen ze zeven jaar oud was, verhuisden zij en haar familie naar Walls, Mississippi, net ten zuiden van Memphis (Tennessee). Het jaar daarop kreeg ze haar eerste gitaar als kerstcadeau. Ze leerde banjo spelen toen ze 10 was en gitaar toen ze 11 was, toen ze op feestjes begon te spelen. In 1910 liep ze op 13-jarige leeftijd van huis weg en ging in Beale Street in Memphis wonen. Ze speelde het grootste deel van haar tienerjaren op straathoeken en keerde af en toe terug naar de boerderij van haar familie als ze geen geld meer had. Haar optredens op straat leidden van 1916 tot 1920 tot een tournee door het zuiden met het Ringling Brothers Circus. Daarna keerde ze terug naar Beale Street, met zijn bloeiende bluesscene, en verdiende haar brood door gitaar te spelen en te zingen. In 1929 begon ze op te treden met Joe McCoy, haar tweede echtgenoot. Tegen het einde van de jaren dertig had ze, bijna 20 opnames voor Decca en acht voor het Bluebird label op haar naam staan. Ze toerde ook uitgebreid in de jaren 1930, voornamelijk in het Zuiden. In de jaren veertig bleef Minnie zingen in haar 'thuisclub', Chicago's populaire 708 Club, waar ze vaak werden vergezeld door Big Bill Broonzy, Sunnyland Slim of Snooky Pryor, maar speelden ook in veel van de andere bekendere nachtclubs in Chicago. Later in de jaren veertig woonde Minnie in Indianapolis en Detroit. Ze keerde terug naar Chicago in de vroege jaren 1950. Tegen het einde van de jaren veertig waren clubs begonnen met het inhuren van jongere en goedkopere artiesten, en liet Columbia bluesartiesten, waaronder Memphis Minnie vallen. Omdat ze zich niet kon aanpassen aan veranderende smaken, stapte ze over naar kleinere labels, zoals Regal, Checker en JOB. Minnie bleef opnemen tot in de jaren vijftig, maar haar gezondheid begon af te nemen. Toen de publieke belangstelling voor haar muziek tanende was, stopte ze met haar muzikale carrière en in 1957 keerden zij terug naar Memphis. In 1960 kreeg ze een beroerte, waardoor ze in een rolstoel belandde. Ze bracht haar laatste jaren door in het Jell Nursing Home, in Memphis, waar ze in 1973 stierf aan een beroerte, ze was toen 76 jaar. In al die jaren nam ze 200 liedjes op, de bekendste zijn "Bumble Bee", "Nothing in Rambling" en "Me and My Chauffeur Blues". Ivory werd geboren in Millington, de stad in Tennessee om halverwege haar tienerjaren professioneel te zingen in Beale Street in Memphis. Gegidst door veteraanartiesten als o.a. Andy Goodrich, Fred Ford, Honeymoon Garner, en Mose Vinson, zong ze vaak tot in de kleine uurtjes en greep zoveel slaap als ze kon voordat ze naar school ging. Geselecteerd voor het prestigieuze Betty Carter Jazz Ahead programma in het Kennedy Center (Washington, DC) toen ze 18 was, kwam ze in contact met jazzsterren Terence Blanchard en Marcus Strickland, die haar samen met Roy Hargrove aanspoorden om naar New York te verhuizen en jazz te studeren aan de New School. Van haar verscheen in 2003 het album "Path - Undefined", gevolgd door "Questography" (2005). Ze maakte de belofte van deze projecten meer dan waar met "Love Music" uit 2015, een andere sessie die volledig uit eigen composities bestaat. En nu anno 2023, na het uitbrengen van deze drie veelgeprezen albums met originele, door jazz gevoede songs, onthult Candice Ivory een geheel nieuw geluid met haar eerbetoon aan Memphis Minnie in het album "When the Levee Breaks" en dit in samenwerking met gitarist / bassist Charlie Hunter. Ivory, de in Memphis opgegroeide en momenteel in St. Louis gevestigd is, komt uit een illustere Memphis-familie die de wereldlijke en heilige klanken van de stad heeft gevormd, maar op deze nieuwe plaat horen we vooral een mix van jazz, blues, gospel en R&B. "When the Levee Breaks" bevat 12 van Minnie's bekendste nummers, zoals het titelnummer, beroemd geworden door Led Zeppelin. In de handen van Ivory en Hunter verandert het nummer in een oeroude, percussiegedreven song met Afro-Cubaanse ritmes. Ze brengen ook een soortgelijke fantasierijke geest naar een andere Minnie-hit, "Me and My Chauffeur Blues", een roadhouse boogie die de geneugten van de open weg eert. Andere standards als "Nothing in Rambling", "Looking the World Over" en "Bumble Bee" krijgen door Ivory en Hunter een zachte Taj Mahal-geïnspireerde reggae behandeling. Net als Minnie, die een groot aantal gospeltracks opnam, groeide Ivory op omringd door de muziek van de zwarte kerk. Zij en Hunter brengen op prachtige wijze hun versies van "Crazy Crying Blues" en "Hoodoo Lady," waarin het lap steel werk van pedal steel speler DaShawn Hickman bij het beluisteren een meerwaarde geeft, als ook de percussie van Brevan Hampden, Atiba Rorie en George Sluppick die we op bijna in ieder nummer horen, maakt van deze schijf gewoon een topplaat. Met een diepe stem vertelt Candice Ivory in deze 12 songs de geschiedenis van Memphis Minnie, wat opzich een verdienstelijke en bewonderenswaardige prestatie is. Ivory heeft al deze songs uitgekozen en op een prachtige manier zich eigen gemaakt, daarom luister en geniet alvast van "When the Levee Breaks".
|